Ayo verweeft Afrikaanse handelsgeschiedenis in dekoloniaal kunstwerk

10 December 2025

Christine Ayo is een van de drie kunstenaars die in 2024 uitgenodigd werden voor het onderzoek naar de historische museumcollectie van de Leidsche Katoenmaatschappij. Ze legde de link met haar eigen Oegandese roots en maakte een nieuw collectiestuk over extractie en toe-eigening.

Ayo groeide op in Kampala, de hoofdstad van Oeganda, waar ze rond haar 20e vertrok. Ze vestigde zich in Nederland, studeerde een jaar aan ArtEZ in Arnhem en haalde daarna cum laude haar master aan het Piet Zwart Instituut in Rotterdam. Na verschillende artist-in-residences in New York en Marseille, is ze nu een van de residents bij de Rijksakademie voor beeldende kunsten in Amsterdam.

Lichaam als archief

Ze is multidisciplinair kunstenaar, combineert sculpturen van allerhande materialen met film, geluid en performances. “Ik hou van performances omdat daarbij herinneringen en gevoelens bovenkomen die ik niet kan uitdrukken in woorden,” zegt Ayo. “Ik zie het lichaam als een archief waarin zonder dat je het weet van alles in wordt opgeslagen. Soms denk je dat je dingen vergeten bent, maar je lijf is een enorme bron van informatie. Je moet alleen zien er op de een of andere manier bij te komen.”

Photo-Patty van den Elshout i.o.v. TextielMuseum-2025-004-030.jpg
Foto door Patty van den Elshout

Familietradities doorgeven

Dat geldt ook voor de herinneringen aan Oeganda die ze met zich meedraagt en die bepalend zijn voor haar identiteit. Maar elke keer als ze naar haar geboorteland terugkeert, lijkt alles weer veranderd te zijn. En met het overlijden van steeds meer familieleden worden steeds minder familietradities actief doorgegeven. Het heeft de interesse in haar roots aangewakkerd: ze wil de kennis, gewoontes en gebruiken van haar voorouders in ere houden en hun tradities nieuw leven inblazen.

Winnow(er)

Dat kwam goed tot uiting in het project ‘Winnow(er)’, geïnspireerd op de traditionele waaier die haar oma haar naliet. De zogenoemde Odero heeft van oudsher verschillende praktische toepassingen, maar wordt ook voor bijzondere rituelen gebruikt. Ze erfde de waaier, maar niet de kennis om hem zelf te kunnen maken; daarvoor ging ze in de leer bij Oegandese wevers van de Langi-gemeenschap. Om te voorkomen dat de nagedachtenis aan haar voorouders en de betekenis van hun objecten verloren zou gaan, gebruikte ze het oude ambacht om nieuwe betekenisvolle sculpturen te maken. Naar datzelfde principe ging ze op zoek bij de opdracht van het TextielMuseum.

Photo-Patty van den Elshout i.o.v. TextielMuseum-2025-004-038.jpg
Foto door Patty van den Elshout

Afrikaanse identiteit

“Ik heb mijn werk nooit als ‘dekoloniaal’ gezien, ik frame het niet op die manier,” zegt Ayo. “Maar ik denk nu dat het dat wel is.” Over de Indonesische batiks, die door de Nederlandse handelsgeest onderdeel werden van de Afrikaanse cultuur, is ze resoluut: “Ik zie de Nederlandse batikprints niet als een symbool van mijn Afrikaanse identiteit.” Het gaat haar om het herstellen van de verbinding met de inheemse makers, die letterlijk buiten de boeken zijn gehouden. “Laten we ons bewust zijn van wat we verliezen als we persoonlijk gewin boven relaties verkiezen.” Dat werd het thema van haar collectiestuk, waaraan ze na afronding van het gezamenlijke onderzoekstraject aan begon.

Photo-Patty van den Elshout i.o.v. TextielMuseum-2025-004-006.jpg
Foto door Patty van den Elshout

Neither Rhythm Nor Repetition

Het uiteindelijke werk is een installatie geworden van geweven kleden die aandacht vragen voor wat er aan culturele context is en wordt uitgewist door handelsondernemingen zoals de Nederlandse textielbedrijven. “Ik zie het als een manier om stil te staan bij desastreuze gevolgen van extractie en toe-eigening, zegt Ayo. Met dit werk wil zij het verlies herdenken en het gesprek erover opstarten. Ze is dicht bij haar persoonlijke geschiedenis gebleven, zowel qua ontwerp als techniek: “Na Winnow(er) wilde ik heel graag weer weven, maar ik had na het onderzoek naar de collectie van de familie Driessen wel mijn reserves over weven op een industriële machine. Ik was heel blij met productontwikkelaar Judith Peskens, die de menselijke factor er weer in bracht. Zij voelde heel goed aan wat ik wilde en fungeerde als brug tussen mij en de machine. Daardoor was het minder vervreemdend dan ik dacht dat het zou zijn.” Het zoeken naar de balans tussen het belichaamde ritme van handwerk en de mechanische repetitie van de machine werd gevangen in de titel: Neither Rythm Nor Repetition.


Photo-Patty van den Elshout i.o.v. TextielMuseum-2025-004-042.jpg
Foto door Patty van den Elshout

Kaurischelpen

De patronen van de bekende wax prints, die het westen nog altijd lijkt te zien als ‘typisch Afrikaans’, zijn in haar installatie vervangen door kaurischelpen. Deze schelpen werden eeuwenlang in Afrika en Azië gebruikt als betaalmiddel en spelen nog altijd een rol in Afrikaanse rituelen. Hiernaar wordt gerefereerd met ingeweven motieven in een groot wandkleed en gegoten glazen vormen in 3D-geweven draperieën op de vloer. De vloerkleden tonen Fort Jesus in vogelvlucht; dit is de 400 jaar oude vesting in Mombassa (Kenia) die zwaar bevochten werd van de 17e tot de 19e eeuw omdat het als toegangspoort tot Oost-Afrika een strategische handelspost was.

Photo-Patty van den Elshout i.o.v. TextielMuseum-2025-004-033.jpg
Foto door Patty van den Elshout

Fort Jesus

“Fort Jesus is de architectonische getuige van de complexiteit van culturele uitwisseling en verbinding,” aldus Ayo. “Arabieren, Britten, Portugezen en Perzen hebben hier allemaal gevochten om de controle over het fort te krijgen, puur voor economisch gewin, zonder credits voor de herkomst van die rijkdommen.” De zorgvuldig gekozen kleuren van een zonsondergang op het hangende kleed luiden het einde van dit tijdperk in.

Ayo: “De zonsondergang staat voor afscheid nemen van oude denkwijzes en het nieuwe begin waar we samen voor staan.” De klanken die uit de glazen schelpen komen versterken dat gevoel. Ayo nam omgevingsgeluiden op in Mombassa, Zanzibar en Noord- Oeganda, die ze verweefde met een litanie over de verschillende betekenissen en toepassingen van textiel in het leven van de inheemse makers.

Tekst Willemijn de Jonge