
Mae Engelgeer bekleedt de muren van TivoliVredenburg
21 April 2025
Mae Engelgeer ontwierp een spectaculaire wandbekleding voor een van de nieuwe foyers van TivoliVredenburg. De productie start deze maand: er wordt geweven met een inslag én ketting van gerecycled polyester – een mijlpaal in de verduurzamingsslag van het TextielLab.

Mae Engelgeer aan het werk in het TextielLab. Foto: Patty van den Elshout
Het markante door Herman Hertzberger ontworpen muziekcentrum in hartje Utrecht ging in 1979 open voor publiek. Vijfendertig jaar later werd het na de fusie met Tivoli en een ingrijpende verbouwing opnieuw geopend. En deze maand was er weer een feestelijke opening: TivoliVredenburg heeft een nieuwe entree gekregen aan het Vredenburgplein en de foyers rondom de Grote Zaal zijn gerenoveerd. Toch ligt er alweer een nieuw feestje in het verschiet: in de zomer voegt Mae Engelgeer de ‘finishing touch’ toe, hoewel die term geen recht doet aan het project dat momenteel in het TextielLab wordt ontwikkeld. ‘Abstract Notes’ wordt Engelgeers grootste werk tot nu toe, een wandbekleding van ruim 700 m2 groot, die de nu nog kale muren van de foyer bij de nieuwe entree straks een totaal ander aanzien zullen geven. “Ik heb er vroeger van gedroomd om ooit zoiets te mogen maken,” zegt Engelgeer, “En nu ben ik ineens op dat punt, dat is natuurlijk fantastisch.”
Collage
Ze baseerde het ontwerp op het grafische grid van het gebouw van Hertzberger, en laat daarmee zien hoe je dat kunt verzachten met textiel. “In dit project komt alles samen: het is een nieuwe vertaling van mijn archief, een viering van mijn handschrift en tegelijk een ode aan het werk van Herman Hertzberger. In de trein onderweg naar de pitch vond ik nog mooie schetsen uit Notations of Herman Hertzberger, die heb ik toen op mijn bureaublad gezet voor de presentatie. Ik zag in zijn grafische composities echt een link met mijn eigen werk.”
Het ontwerpproces mondde uit in een warme collage waarmee Engelgeer in geheel eigen stijl reageert op de originele architectuur. De basisblokken van het gebouw liet ze uitgroeien tot repeterende kolommen, soms rechtop, soms gekanteld, in een intrigerend spel van lijnen en vlakken. Die voegen zich als vanzelfsprekend naar de zitjes langs de wand en de uitsparingen voor bijvoorbeeld de deuren en de garderobe, en bevatten verrassende referenties naar de originele details. Zo liet ze in het lab applicaties borduren van Hertzbergers schetsen van de nissen en kolommen en vertaalde ze de aquarellen van Joost van Roojen uit de jaren 70 naar getufte kleden die in het geheel zijn opgenomen. Met al die ingrediënten wilde ze er een speelse en leesbare compositie van maken, met het ritme van een muziekstuk. “Maar het blijft abstract, je mag erin zien wat je wilt,” aldus Engelgeer. “Het is een collage die je nooit in één keer kunt overzien. Je zult vanaf elke plek een andere compositie zien, dat maakt het interessant.”
Kyoto
Wat ruim een jaar geleden begon met knip- en plakwerk op een papieren plattegrond, is nu bijna klaar voor de finale productie op twee machines in het TextielLab. Op het moment van dit gesprek is Engelgeer een week in Nederland om samen met productontwikkelaar Judith Peskens de laatste keuzes te maken in het TextielLab. Anderhalf jaar geleden verhuisde ze met haar gezin van Amsterdam naar Kyoto waar ze zich onderdompelt in de Japanse wereld van textiel. Ze is er momenteel bezig met een geweven gordijn voor de World Expo in Osaka. Engelgeer vertelt dat ze nog veel kan leren in Japan, maar er ook wat te brengen heeft: “Het is daar niet de gewoonte dat ontwerpers bij de machines staan zoals hier in het lab. De manier waarop ik wil experimenteren in het maakproces zonder al te veel over het eindresultaat na te denken is ook iets nieuws voor de Japanners.” Het lab in Tilburg voelt nog altijd als haar huiskamer, waar ze al sinds haar afstuderen aan het Sandberg Instituut met regelmaat komt en al elf jaar met veel plezier samenwerkt met Judith Peskens: “Het is altijd een feestje als ik hier kom.”
Mae Engelgeer aan het werk met Judith Peskens. Foto: Patty van den Elshout
Subtiele gradiënten
Engelgeer laat zich tijdens het ontwikkelingsproces graag beïnvloeden door wat er op de machine gebeurt. “Ik reageer vaak tot op het allerlaatst nog op verrassende uitkomsten in het weefproces. Deze week ontdekten we bijvoorbeeld dat de geverfde garenklossen op het laatste stuk allemaal een kleurverloop hebben van groen naar geel. Die reststukken worden normaliter als afval beschouwd, maar daar gaan we nu toch nog wat mee uitproberen.” Het last-minute experiment sluit mooi aan bij haar voorliefde voor subtiele gradiënten, die duidelijk af te lezen is aan dit nieuwe project.
Toen Engelgeer na de eerste ontwikkeldagen in het lab terugging naar Japan, testte Peskens 9000 km verderop het zorgvuldig samengestelde palet van groene, gele en grijze gradiënten in verschillende garens op de machine. In het eindwerk worden ze zowel uit de ketting als uit de inslag gehaald. Engelgeer: “Ik heb mijn eigen kleurenwereld losgelaten op alles wat ik al in het gebouw zag. Mijn kleuren zijn nooit superfel, nu dus ook niet. Ik zoek altijd naar harmonie. Zachte tinten met hier en daar een accent. De wand moet verzachten, niet schreeuwen.”
Gerecyclede FR-ketting
In het TextielLab ging het team ondertussen een grote uitdaging aan op het gebied van duurzaam ontwikkelen. In samenspraak met Engelgeer werd ervoor gekozen om alleen maar met gerecyclede materialen te werken – voor zowel de inslag als de ketting. Een gewaagde primeur, die niet alleen technisch uitdagend was, maar ook gevolgen had voor artistieke keuzes. “Je moet als ontwerper toch je steentje bijdragen,” zegt Engelgeer. “En dat kan ook in zo’n grootschalig project. Ik vind het fijn dat dit ook wat oplevert voor het onderzoek naar duurzaam ontwikkelen.”
Foto: Patty van den Elshout
De overstap van de zwart-witte Trevira CS ketting naar een gerecyclede ketting was al een tijdje in voorbereiding; garenexpert Lise Brunt heeft alle zeilen bijgezet om die verduurzamingsslag voor dit project te laten lukken. Zij vond in de Duitse garenfabrikant Carl Weiske een transparante en gedreven partner, die er samen met de wevers in het lab in slaagde een vlamvertragende ketting te produceren van 57 procent gerecycled polyester met de juiste treksterkte en dikte. “Daarmee voldoet dit project aan de GRS-standaard,” aldus Brunt. “Dat is een enorme mijlpaal, een belangrijke stap op weg naar een nog hoger percentage.”
PET-flessen uit Utrecht
De eerste twee gerecyclede FR-kettingen zijn speciaal voor Abstract Notes op de grote machine van 350 cm breed en een van de machines van 170 cm breed gezet; het is de bedoeling alle Trevira CS kettingen hier binnenkort mee te vervangen. Wat betreft de inslag is er ook een succes te vieren. De inslag van de lambrisering, een stootvaste strook langs de onderzijde van 1,15 meter hoog, is gemaakt van 100 procent gerecycled monofilament. Het garen werd op maat gemaakt door Luxilon Industries, een Belgische fabrikant van onder andere snaren voor tennisrackets. Met hun Eco-lijn voor Roland Garros als uitgangspunt, hebben zij voor het TextielLab een werkbare weefdraad ontwikkeld van gerecyclede PET-flessen uit de Benelux. Brunt: “Dat maakt dit project extra revolutionair. Er zouden gewoon hergebruikte flessen uit Utrecht in deze wand kunnen zitten, hoe mooi is dat?”
Tekst Willemijn de Jonge
Ontmoet de kunstenaars
1 / 1