Paul leert Jim en Marijn hoe ze naar het weefgetouw moeten luisteren

6 November 2025

In Tilburg, ooit het kloppend hart van de Nederlandse textielwereld, wordt het weversvak nieuw leven ingeblazen. Met een eigen leermeester-leerlingprogramma leidt het TextielLab een nieuwe generatie ambachtsmensen op.

“TextielMuseum zoekt fietsenmakers.” Met die opvallende vacaturetekst zocht het TextielLab naar nieuwe ambachtslieden: mensen met goede handen, technisch inzicht en vooral veel zin om een ambacht te leren. Ervaring in de textielwereld was geen vereiste. Wél belangrijk: nieuwsgierigheid en inzet. Want de opleiding tot wever bestaat in Nederland niet meer en het aantal weverijen is op één hand te tellen. Het weefvak dreigt te verdwijnen. Daarom zette het TextielLab een eigen leermeester-leerlingprogramma op, om zelf nieuw talent op te leiden en de kennis voor de toekomst te bewaren.

De nieuwe generatie: Jim en Marijn

Jim Rollé en Marijn Verstappen reageerden beiden op de oproep voor ‘fietsenmakers’. Jim vindt het werk in het TextielMuseum en het TextielLab prachtig. Hij beweegt door het lab en het museum alsof hij er al zijn hele leven werkt. Collega’s groetend. Grapjes makend. Hoewel hij nooit eerder een technisch vak uitoefende, heeft hij plezier in zijn werk. “Je moet het niet allemaal willen begrijpen, het is een kwestie van doen. Bovendien: het is mechanica, je ziet de logica vanzelf.”

Photo-Patty van den Elshout i.o.v. TextielMuseum-2025-043-003.jpg
V.l.n.r.: Jim Rollé, Michel Leermakers, Marijn Verstappen en Paul Looijkens, Foto door Patty van den Elshout

Als je het hem een paar jaar geleden gevraagd zou hebben, had Jim nooit bedacht dat hij ooit met textiel zou gaan werken. Na vier jaar in een tapaskeuken en vijf jaar als onderhoudsschilder vond hij het tijd worden voor wat anders. “In mijn vrije tijd vond ik het leuk om creatief bezig te zijn en tapijtjes te tuften”, vertelt hij. “Mijn moeder dacht dat dit weleens iets voor mij zou kunnen zijn. Scheutenvangers afstellen. Terugweven. De kettingboom op spanning houden. Sleutelen… Hier leer ik het vak.”


Photo-Patty van den Elshout i.o.v. TextielMuseum-2025-043-012.jpg
Foto door Patty van den Elshout

Ook Marijn had nooit gedacht dat hij bij een kennisinstituut als het TextielLab zou belanden. “Ik ben iemand van twaalf ambachten, dertien ongelukken”, grapt hij. Marijn werkte onder meer als geluidstechnicus, installeerde zonnepanelen en werkte met onderdelen voor de olie-industrie. Nu heeft hij zijn plek gevonden en helpt hij designers om hun ideeën uit te voeren. “De machines, het werk met de productontwikkelaars, de technische kant; die afwisseling is geweldig. Bij het TextielLab kan ik blijven leren en blijven groeien.”

De meester: Paul Looijkens

Noem Paul Looijkens met gerust hart een textielveteraan. De krasse tachtiger begon al op zijn veertiende in een textielfabriek. Aanknopen, staal weven, getouwstellen; hij deed het allemaal. Paul is een vat vol kennis en verhalen. Boven alles is hij een ambachtsman. Als hij achter het Buckskinweefgetouw uit 1930 staat, bewegen zijn handen met precisie over de machine, bijna alsof hij pianospeelt. Van de Buckskin en veel andere weefmachines in het museum weet hij precies – maar dan ook écht precies – hoe ze werken. Paul is één van de meesters die Jim en Marijn het vak bijbrengen. Iedere donderdag is hij in het museum te vinden. Om uit te leggen, voor te doen, samen te werken en verhalen van vroeger te vertellen.

Photo-Patty van den Elshout i.o.v. TextielMuseum-2025-043-009.jpg
Paul Looijkens, Foto door Patty van den Elshout

Eenpuntslessen en kennisbehoud

Een belangrijk onderdeel van het leermeester-leerlingprogramma is het reviseren van oude weefgetouwen. Technisch specialist Michel Leermakers werkt mee aan projecten binnen het TextielLab en zorgt dat kennis behouden blijft. Onder leiding van Paul werkt Michel samen met Jim en Marijn aan het reviseren van de Jacquard, een weefgetouw uit 1925. “Paul deelt zijn kennis en laat zien hoe je die machine bedient en onderhoudt. Om die kennis en Pauls manier van werken efficiënt vast te leggen, maken we eenpuntslessen”, vertelt hij. “Dat zijn beknopte handleidingen waarin één specifieke handeling heel helder wordt uitgelegd met foto’s, video’s en korte teksten. Met zo’n EPL kan iemand met technisch inzicht precies zien wat hij moet doen.” Samen vormen al die eenpuntslessen over het Jacquardweefgetouw op hun beurt een waardevol document waarin kennis over het onderhouden en bedienen van de machine voor de eeuwigheid vastgelegd is.

Photo-Patty van den Elshout i.o.v. TextielMuseum-2025-043-007.jpg
Michel Leermakers, Foto door Patty van den Elshout

Er zijn op dit moment maar weinig mensen in Nederland die meer weten over de werking van de weefgetouwen dan Marijn en Jim. “Het bijzondere aan dit project is wel dat we van het lab en museum ook écht de tijd en de ruimte krijgen om het goed te doen”, zegt Marijn. “Toch heb je alleen aan instructies op papier niet genoeg”, benadrukt Paul. “Je kunt niet álles uittekenen of opschrijven. Het is ook belangrijk om de machine te laten draaien en ermee te werken. Een wever moet zien, horen en voelen. Soms hóór je gewoon dat er iets niet goed is. Jouw machine vertelt wat er misgaat, als je maar goed luistert.”

Kijken, nadenken, dan pas doen

Zelf leerde Paul het vak van specialisten in de textielfabrieken waar hij werkte. Hij is blij dat hij het ambacht op deze manier over kan brengen. “Het is belangrijk dat die kennis niet verloren gaat. Als wij het niet vastleggen, weet straks niemand meer hoe die machines werkten. Ik merk dat deze mannen écht interesse hebben, dat doet me goed.” Overigens leert ook technisch specialist Michel óók nog steeds van Paul. “Kijken, nadenken en dán pas doen. Dát is wat Paul ons leert.”

Photo-Patty van den Elshout i.o.v. TextielMuseum-2025-043-016.jpg
Gerard Kuijpers, Foto door Patty van den Elshout

Wanneer is het leermeester-leerlingprogramma een succes? Gerard Kuijpers is manager Techniek & Uitvoering bij het TextielLab. “Dit ambacht is belangrijk industrieel erfgoed waarin we moeten blijven investeren”, zegt hij. “Als straks niemand meer weet hoe je moet weven, is het weg. Voor altijd. Dit project is een succes als die twee mannen hier over een paar jaar nog steeds met plezier werken, de weefgetouwen onderhouden en in bedrijf stellen, de verhalen vertellen en zo het ambacht in leven houden.”

Tekst: Gertjan Harberink