Aliki van der Kruijs heeft het weleens geprobeerd, op afstand een productie begeleiden, maar het past niet echt bij haar maakproces. “Door in het TextielLab naast de productontwikkelaar aan de machine te staan, kun je heel direct reageren. Dat is het moment waarop je de mooiste ontdekkingen doet.”
Ontwerper Aliki van der Kruijs laat zich inspireren door de kleuren, texturen en vormen van de natuur. Ze vangt de lucht, het zeeoppervlak, de loop van een rivier, een mergellandschap en de regen in haar geweven stoffen. Toch begon de vonk met het TextielLab tien jaar geleden niet bij de weefmachine, maar bij de printer die er destijds stond. Ze was toen aan het Sandberg Instituut bezig met haar afstudeerproject Made by Rain, waarbij ze onderzocht in hoeverre het weer draagbaar is. Na vele handmatige proeven in haar eigen studio, bleef ze tijdens een tentoonstellingsbezoek staan bij die industriële textielprinter.
Fotorolletje
Productontwikkelaar Frans Verbunt stond ernaast en werd getriggerd door de vragen van Van der Kruijs over wat er allemaal met het apparaat kon: “Hij stond heel erg open voor mijn ideeën.” Die gingen over het onderbreken van het machinale proces voor een natuurlijk interventie. Van der Kruijs wilde de geprinte stof voordat deze gefixeerd werd uit de machine halen om er buiten een patroon op te laten regenen. “Vergelijk het met een analoog fotorolletje dat je nog moet belichten – in dit geval beregenen – en fixeren. Voor dat experiment kon ik niet direct terecht bij een textielbedrijf, daar moet je meteen enorme batches afnemen. Dat ik dit toen kon uitproberen in het TextielLab heeft heel veel opgeleverd. Mijn concept is daar omgezet in een product: textiel aan de meter. Ik kan in mijn studio van alles bedenken en samplen, maar in het lab wordt het concreet. Je kunt er in een hands-on proces materialen en technieken ontwikkelen.”
Made by Rain, foto: Pim Leenen
“Door in het TextielLab naast de productontwikkelaar aan de machine te staan, kun je heel direct reageren. Dat is het moment waarop je de mooiste ontdekkingen doet.”
Indigo koorden
Na Made by Rain keerde Van der Kruijs nog vaak terug naar het TextielLab. Ze leerde er jacquard weven voor het project Horizont, dat inzoomt op gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Rivier met een tafellaken dat de veranderende loop van de IJssel verbeeldt. Op de passementafdeling verdiepte ze zich in het slaan en gimpen van koorden waarin de Japanse en Nederlandse traditie van indigo verven samenkomen. Ze doet mee aan het educatieprogramma van het museum voor basisscholen, waarbij ze leerlingen in een videotutorial meeneemt in haar ontdekkingstocht door de natuur en hun laat zien hoe je een kleuranalyse maakt. Het afgelopen jaar werkte ze in het lab aan een wandkleed dat de korrel, kleur en gelaagdheid van het kalksteen uit de Maastrichtse ENCI-groeve in zich draagt. En tussen de bedrijven door adviseerde ze het labteam ook nog bij de aankoop van een TC2 machine, waarop je met de hand kan jacquard weven.
Architectuur
Al doende komt Van der Kruijs in de werkplaats tot nieuwe vondsten die ze bewaart voor later. “Toen ik voor een patroon voor het mergelproject, dat ik al met linnen en papier had geweven, net iets andere garens gebruikte, werd het totaal iets anders. Daar wil ik in de toekomst nog iets mee doen: hoe je een beeld kunt transformeren door het gebruik van een ander materiaal.” De ontdekkingen die aan de machines gedaan worden, voegt ze toe aan haar onderzoeksarchief. De elementen die daar de afgelopen tien jaar in zijn opgenomen, zijn bouwstenen voor de volgende stap. Ze wil wat meer richting architectuur, textiel ontwikkelen dat op ruimtes reageert en ze daarmee verzacht. Van der Kruijs: “Ik ben sowieso meer een procesmens dan een productmaker. Ik zie mezelf misschien wel meer als regisseur van het proces dan als ontwerper.”
Spelen met parameters
Van der Kruijs beschouwt het weefgetouw niet als printer die haar tekening een-op-een vertaalt in een stof, maar geeft de machine een creatieve rol door te spelen met de parameters. “Ik hou ervan technieken op te rekken, te kijken waar ruimte zit die je vooraf niet kon bedenken. Dat kun je niet plannen, daar moet je fysiek voor aanwezig zijn. Ik werk heel intuïtief en reactief. Doordat je in het TextielLab naast de machine staat kun je direct reageren. De machine stoppen, een ander garen kiezen. Ik loop voortdurend heen en weer van bureau naar garenbank naar weefgetouw. Labdagen zijn hoge concentratiedagen, je kunt lekker snel werken, alle ingrediënten zijn voorhanden.”
Wisselwerking
Het museum heeft haar gevraagd een werk te ontwikkelen dat over de kleur zwart gaat, voor de nieuwe tentoonstelling Kleurstof die komend voorjaar in het museum opent. De vraag of ze dat in het TextielLab gaat doen, maakt haar onmiddellijk enthousiast. “Ik werk heel graag in het lab. Het is bijzonder om mee te maken hoe je daar met zijn allen tot iets komt. Ook omdat er zulke specialisten zijn met heel veel kennis van textiel, kom ik met mijn werk vooruit. Je gaat samen puzzelen en zoeken naar de juiste vertaling. Productontwikkelaar Lotte van Dijk vertelde me bij ons laatste project dat ze ook van mij leert, door mijn manier van vragen stellen. Ik ken niet alle restricties van het systeem, dus daar laat ik me ook niet door beperken. Zo ontstaat een mooie wisselwerking tussen productontwikkelaar en ontwerper. Ik kan daar echt van genieten.”