Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

Subsidie als boost voor je carrière

Wie met een eigen autonoom ontwerpproject aan de slag wil in het lab, kan bij verschillende fondsen een financiële bijdrage vragen voor de ontwikkelkosten. Het Stimuleringsfonds is een van de belangrijkste subsidieverstrekkers voor ontwerpers. We vroegen Coördinator Vormgeving Annique Deneer om tips voor het schrijven van een goede aanvraag.

REGELWERK | Zelfstandige ontwerpers en kunstenaars zijn ook ondernemers. Het regelwerk dat daarbij komt kijken is meestal minder geliefd, maar niet onbelangrijk. In deze rubriek vind je praktische tips & tricks voor je bedrijfsvoering en carrièreplanning – om daarmee weer mooie nieuwe dingen te kunnen maken.

“Makers zijn makers, en geen schrijvers,” zegt Tabitha van den Ende, fondsenwerver van het TextielMuseum en TextielLab. “Ik zie nog wel eens dat een project in de praktijk veel beter is dan het plan dat op papier is gezet. Zonde, want een goed geschreven subsidieaanvraag kan een enorme boost geven aan je creatieve output.” Zelf schreef Van den Ende de aanvraag die ertoe leidde dat het TextielLab werd opgenomen in de landelijke culturele basisinfrastructuur (BIS), waardoor zij makers nu meer te bieden hebben op het gebied research & development en talentontwikkeling. Als BIS-instelling kan het lab zelf geen programmasubsidies meer bij publieke fondsen aanvragen. Maar Van den Ende raadt ontwerpers en kunstenaars die voor een individueel en autonoom project gebruik willen maken van het lab om dat wel te doen. Als een van de belangrijkste fondsen noemt Van den Ende het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, met name voor innovatieve ontwerpprojecten.

Stimuleringsfonds Creatieve Industrie
Subsidie aanvragen dus. Maar doe dat niet zonder gedegen projectplan. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie kan slechts 30 tot 40 procent van de aanvragen honoreren, vertelt Annique Deneer. Zij is  Coördinator Vormgeving bij dit fonds dat verschillende regelingen aanbiedt voor ontwerpers. Zo zijn er ieder jaar vier rondes voor de Regeling Vormgeving (de deadline voor ronde twee is 6 april). Vorig jaar is daar de Regeling Experiment bijgekomen voor kleinschalige, experimentgedreven projecten, daar kun je tussen 15 februari en 30 mei op ieder moment een aanvraag voor indienen. En ben je nog geen vier jaar geleden afgestudeerd van een ontwerpopleiding? Dan kom je misschien in aanmerking voor een beurs uit de regeling Talentontwikkeling. Deze regeling heeft één keer per jaar een ronde, dus houd de sluitingsdatum goed in de gaten.

Kies de juiste regeling
En dan heeft het Stimuleringsfonds nog wel meer regelingen waarvoor textielprojecten in aanmerking kunnen komen, zoals Open Oproepen en tijdelijke procedures. Vul op stimuleringsfonds.nl/toekenningen de zoekterm ‘TextielLab’ in en je vindt alle projecten die via het fonds zijn ondersteund. Zo kreeg 75B vorig jaar steun vanuit de Tijdelijke Procedure Internationaal Samenwerken bij het maken van hun schild-wandkleden, werd Suzanne Oude Hengel ondersteund vanuit de regeling Talentontwikkeling, kreeg Envisions subsidie voor hun Archief van de Toekomst via een Open Oproep en ontving Stina Randstad een bijdrage vanuit de Regeling Vormgeving voor haar werk van gerecyclede post-consumer garens. Het is maar een greep uit een veel langere rij makers die subsidie kregen voor een project dat ze met behulp van het TextielLab realiseerden. Sowieso een goed idee om even te bellen met het fonds bij welke regeling jouw project het beste past. “Wij helpen je echt graag met die keuze,” zegt Deneer, “voor ons is het ook belangrijk dat je in de juiste categorie terechtkomt. En schrijf je in op de nieuwsbrief, dan blijf je automatisch op de hoogte van alle oproepen en deadlines.”

Andere opties
Bij het Stimuleringsfonds hoor je uiterlijk tien weken na het indienen van je aanvraag of je subsidie krijgt. Mocht dat niet zo zijn, dan krijg je vaak ook een toelichting waarom niet, waar je je voordeel mee kunt doen: goede aanvragen schrijven kun je leren. En natuurlijk zijn er ook nog andere fondsen die eigen projecten in het lab financieren. Een belangrijke voor kunstprojecten is het Mondriaan Fonds. Tabitha van den Ende noemt ook het Prins Bernhard Cultuurfonds, zij hebben bijvoorbeeld een regeling voor vrouwelijke beeldende kunstenaars voor de productie en promotie van eigen werk. Ook Stichting Stokroos steunt kunstenaars, designers, ontwerpers en culturele initiatieven met een donatieprogramma en een talentontwikkelingsprogramma. Daarnaast verstrekken verschillende gemeenten en provincies projectsubsidies voor culturele activiteiten.

Intake bij het lab

Op het kennisplatform Cultuur+ Ondernemen staat de Culturele Financieringswijzer die creatieve makers de weg wijst in subsidieland. Daarbij kun je ook de mensen in het TextielLab om hulp vragen. “Wij willen onze kennis en ons netwerk graag delen,” zegt Van den Ende, die zelf ook nog weleens meeleest met aanvragen van ontwerpers en kunstenaars. Een belangrijke aanbeveling is om ruim van te voren een inhoudelijke intake bij het TextielLab te doen, zodat je weet wat realistisch is qua aanpak, doorlooptijd en kosten. Het lab adviseert je drie maanden voor je subsidieaanvraag aan te kloppen. De laatste tip van de ervaren fondsenwever: “Kijk goed naar wat een fonds vraagt. Beschouw je project als een diamantje en laat bij verschillende regelingen een ander vlakje zien.”

Tips van het Stimuleringsfonds

  1. Schrijf je in op de nieuwsbrief en houd de website van het fonds in de gaten; aan de meeste regelingen zit een deadline.
  2. Bel of mail bij twijfel even met het fonds over de regeling waar jouw project het beste bij past.
  3. Neem de tijd om alles wat op de website over een regeling staat te lezen. Download de Leidraad Voorbereiding Subsidieaanvraag voor de desbetreffende regeling (onder ‘Downloads’) en volg die bij het maken van de aanvraag.
  4. Maak in je tekst duidelijk hoe je project aan de vijf genoemde criteria voldoet. Vergeet het onderdeel ‘Positionering’ niet: laat zien dat je breder kijkt dan je eigen project en wat jouw project kan betekenen voor het hele vakgebied.
  5. Geef bij ‘Betrokken deskundigheid’ inzicht in de afspraken over inhoudelijke en financiële betrokkenheid van samenwerkingspartners. Dit geldt ook voor werkplaatsen zoals het TextielLab. De offerte van het lab kun je gebruiken bij het opstellen van je subsidieaanvraag.
  6. Blijf realistisch: schets geen plannen die je niet waar kunt maken binnen de mogelijkheden en het budget.
  7. Je mág 10 pagina’s aan je projectplan wijden, maar dat hoeft niet. Er is ook wat te zeggen voor kort en kernachtig.
  8. Laat iemand meelezen: is je concept en aanpak ook duidelijk voor een buitenstaander?