Regelwerk

Hoe bewaar je je werk het beste?

Textiel is een gevoelig goedje; als je het niet zorgvuldig opbergt, kan er veel misgaan. De collectiebeheerders van het TextielMuseum voorzien makers in het lab graag van advies op maat. Vanuit Depot 4, naast de breierij, geeft Rosalie Swagemakers geeft hier alvast een aantal algemene conserveringstips.

Regelwerk | Bij ontwerpen en kunst maken komt ook veel regelwerk kijken. In deze rubriek vind je tips & tricks voor allerlei praktische zaken rondom je artistieke werk – van subsdidie aanvragen tot je werk veilig opbergen.

De zorg waarmee werken in het TextielLab worden gemaakt, houdt niet op zodra ze van de machines komen. Textiel is heel gevoelig voor invloeden van buitenaf. Het verkleurt onder invloed van (dag)licht, de vezels kunnen uitzetten en krimpen bij wisselende temperaturen en luchtvochtigheid, en als dat laatste niet op orde is bestaat het risico op schimmel. En dan zijn er ook nog de beestjes met een voorliefde voor ‘vuil’ textiel: met name motten en tapijtkevertjes zijn dol op stoffige weefsels en breisels.

Photo: Tommy de Lange

Collectiebeheerder Rosalie Swagemakers in het depot. Foto: Tommy de Lange

Zee van rust
Rosalie Swagemakers weet er na ruim 25 jaar collectiebeheer in het Textielmuseum alles van. Haar bureau staat in Depot 4, een van de negen opslagplekken voor in totaal circa 18.000 textiele werken. Zij ziet erop toe dat het depot aan alle bovengenoemde condities voldoet. Wat opvalt, is dat het er behoorlijk vol is; het museum is al een tijdje op zoek naar nieuwe depotruimte. Toch omschrijft Swagemakers haar plek tussen de rollen, dozen en ladekasten als een aangename zee van rust. Het contrast met de hectiek van het TextielLab aan de andere kant van de deur kan ook bijna niet groter.

Advies op maat
Om het klimaat binnen zo constant mogelijk te houden, blijft die deur meestal dicht, maar makers uit het lab kunnen altijd aankloppen met vragen. Want hoe bewaar je je werk nou het beste zodra het niet meer tentoongesteld of gebruikt wordt? “Dat is voor elk werk anders, het hangt van zoveel dingen af” zegt Swagemakers. “Een ontwerper of kunstenaar hoeft het ook niet per se zo aan te pakken als een museum, het kan ook simpeler en goedkoper.” Wie graag precies wil weten hoe een specifiek product het veiligst kan worden opgeborgen, kan het beste een mail met een foto sturen naar collectie@textielmuseum.nl. Dan krijg je een email terug met advies op maat. Ondertussen kunnen de onderstaande basistips je een eind op weg helpen.

Conserveringstips voor textielontwerpen

1. Licht, lucht en ongedierte

Bewaar je werk in het donker. Textiele vezels degraderen onder invloed van daglicht en zon. Verder is het belangrijk om schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid te vermijden. Textiel blijft het beste bij een constante temperatuur van 18 graden Celsius en een luchtvochtigheid tussen de 50 en 60 procent. Berg je werk schoon en afgedekt op, zonder het te verstikken. Vermijd het gebruik van plastic: daar zitten weekmakers in, en bovendien bevordert plastic schimmelgroei. Controleer regelmatig of dat allemaal goed gaat en of er geen ongedierte bij komt. Zet eventueel detectievalletjes in de buurt.

Photo: Tommy de Lange

2. Bewaar kleiner werk in een doos of ladenkast

Als het werk niet te groot is om plat neer te leggen in een ladekast of kartonnen doos, is dat aan te raden. Eventueel kun je een stuk ‘vouwen’ om een rolletje van zuurvrij zijdevloeipapier of fiberfill zodat er geen scherpe vouwen ontstaan. Echt vouwen kun je beter niet doen, omdat het textiel op de vouwnaden eerder zal slijten. Vul eventuele plooien 3D-vormen op met proppen zuurvrij papier of fiberfill.

Als je een doos gebruikt: standaard papier en karton verzuren op den duur, waardoor het textiel verkleurt. Bekleed gewone dozen daarom met een buffer van bijvoorbeeld katoen of Tyvek (een non-woven van HDPE, hoge-dichtheid-polyetheen). Je kunt ook zuurvrije dozen kopen, maar die zijn vrij prijzig. Bovendien kunnen die na tien tot twintig jaar ook verzuren. De gulden regel: controleer regelmatig of je dozen en de bekleding verkleurd zijn, dan is het tijd alles te vervangen. En kijk dan meteen even of er geen zilvervisjes zijn binnengeslopen. 

Alle genoemde materialen zijn verkrijgbaar bij Jansen-Wijsmuller & Beuns (jwb.nl).

Photo: Tommy de Lange

3. Bewaar grotere kleden opgerold rond een koker

Wand- en vloerkleden, dekens en grotere lappen stof kun je het beste oprollen rond een zuurvrije kartonnen koker. Om geld te besparen, kun je ook een gewone kartonnen koker bekleden met Melinex, dat is een plastic folie zonder weekmakers. Een bekleding met een rondgebreide ‘sok’ van katoen, of een lap ongebleekte katoen werkt ook. Heb je geen kartonnen koker tot je beschikking? Neem dan een pvc buis met een flinke diameter en bekleed die met een katoenen sok.

Als het kleed eenmaal is opgerold moet het ook tegen het licht en vuil beschermd worden. Gebruik daarvoor een lap ongebleekt katoen of materiaal zoals Tyvek. Wikkel geen plastic om de rol heen, dan heb je kans dat het kleed gaat schimmelen! 

De genoemde materialen zijn verkrijgbaar bij De Eerste Nederlandse Rondkartonnagefabriek (enr.nl) en Jansen-Wijsmuller & Beuns (jwb.nl).

4. Het bewaren van kleding op een hanger

Als je kleding niet liggend maar hangend wil opbergen, zou je een hangertje kunnen bekleden met een laagje fiberfill en katoen. Daarmee verdeel je de druk en voorkom je dat er door het gewicht een afdruk van het hangertje in de stof ontstaat. Om het geheel kun je een (niet te zware) kledinghoes of een hoes op maat maken van katoen.