KLEDEN 75B IN KUNSTHAL

De noodzaak van klootviolen

Op een dag besloten Rens Muis en Pieter Vos uit te proberen hoe hun grafische ontwerpen uitpakken in textiel. Sindsdien reserveren ze regelmatig tijd in het TextielLab. In de Kunsthal is hun eerste geweven wandkleed te zien, maar ook twee net gemaakte exemplaren in nieuwe stijl.

‘Klootviolen’. Ontwerpbureau 75B heeft de expositie in de Rotterdamse Kunsthal een titel naar hun hart gegeven. “Het gaat over de noodzaak om vrijelijk te experimenteren om tot goed werk te komen,” zegt Rens Muis. “Gewoon wat kunnen aanrommelen dus.” Voor deze tentoonstelling maakte hij samen met compagnon Pieter Vos een guerrillacampagne met de restmaterialen van de tentoonstelling en wat ze nog in hun studio hadden staan: restjes stickerfolie, papier, spuitbussen, verf, krijt en inkt. Met 350 handgemaakte affiches op straat vragen ze aandacht voor hun collage aan de muren van de Kunsthal. Die toont een selectie uit 27 jaar van alles en nog wat uitproberen: van snelle kleine schetsjes tot compleet uitwerkte ontwerpen, zoals de huisstijl en campagnes voor het International Film Festival Rotterdam of het Rotterdamse concertgebouw de Doelen. Tussen al het papier aan de muur, vallen drie geweven wandkleden op die in het TextielLab zijn ontwikkeld.

Woven Cities

Een gouwe ouwe, die ook begon als affiche op papier, is het allereerste stadswapen dat ze in 2001 voor Rotterdam Culturele Hoofdstad maakten. Een klassiek wapenschild dat is ingevuld met eigentijdse iconen. Achttien jaar later besloten ze om het te updaten en te laten weven. “Daarmee wilden we het idee een nog passender materialisatie geven,” aldus Muis. “We spelen bij die stadswapens met het contrast tussen klassieke en hedendaagse beeldtaal. Weven voegt als ambachtelijke techniek iets toe aan dat spel. De wapens en heraldiek van vroeger waren natuurlijk bij uitstek beelden op een wandkleed.” Het traditionele schild met de kreet Sterker door Strijd is in het Rotterdam-kleed overeind gebleven, de rest is vervangen met symbolen uit de recente geschiedenis en hedendaagse cultuur: de leeuwen hebben plaatsgemaakt voor een opeenstapeling van Rotterdamse iconen als Jules Deelder, Pim Fortuyn en Tom Poes en de kroon is een samenstelling van Unilever, de Euromast en Boijmans van Beuningen. In totaal zitten er meer dan 100 eigentijdse verwijzingen in. Voor wie het zoekplaatje niet helemaal zelf kan oplossen, is er gelukkig een legenda bij.

The Amsterdam and Rotterdam wapenschilden als geweven wandkleed bij Object 2020. Foto: Willem Kaldenbach.

Fanatieke toeristen

Als Rotterdams bureau besloten Muis en Vos er voor de grap ook eentje van Amsterdam te maken. Er volgden daarna nog negen steden, die zij als fanatieke toeristen en symboolverzamelaars in kaart brachten. Op Los Angeles na zijn ze allemaal in een geweven wandkleed omgezet. Zo kwam het dat de grafisch ontwerpers de afgelopen jaren steeds weer achter de weefmachine stonden met productontwikkelaars Stef Miero en Lotte van Dijk. Het werd gewoonte om met enige regelmaat tijd in te plannen bij het TextielLab, zonder bij de reservering al precies te weten welke stad aan de beurt was. Iedereen ging er dan ook vanuit dat ze dit voorjaar weer een wapenschild zouden komen ontwikkelen. Maar het werd experimenteler dan dat: twee larger than life telefoonschermen, die zijn voortgekomen uit de haat-liefdeverhouding van beide ontwerpers met hun telefoon.

Haat-liefdeverhouding

HOME en WAIT FOR IT hebben het papieren stadium van de wapenschilden helemaal overgeslagen. In deze werken is het spel tussen klassiek en modern omgedraaid. Het begint in het hier en nu, bij het iPhone-scherm. Op HOME zie je een beginscherm met daarop de typisch afgeronde vierkante app-icoontjes. “Dat kun je zien als een eerbetoon,” aldus Muis. “Maar vervolgens hebben we die hele interface zitten vernachelen door er met balpen overheen te krassen en er van alles op te tekenen.”

Het tweede doek toont het laadscherm van zoveel reels met het pleidooi om niet meteen door te swipen: WAIT FOR IT. Maar hier is de ergernis over alweer zo’n vastgelopen scherm omgezet in een kunstwerk. “We hebben die harde digitale schermen in een heel klassieke, analoge vorm gegoten,” aldus Muis. “Door het te weven verzacht het beeld, wordt het warmer en krijgt het meer ziel. Via textiel verzachten niet alleen de lijnen, maar ook de uitstraling. En daar gaat het ons uiteindelijk om: niet zozeer om de esthetiek, maar om wat het communiceert.”

‘HOME’ (links) and ‘WAIT FOR IT’ (rechts) in de Klootviolen tentoonstelling. Fotos: 75B

Onvoorspelbaar

De twee nieuwe wandkleden zijn met productontwikkelaar Lotte van Dijk gemaakt. Samen experimenteerden ze uitvoerig met kleuren. Muis vertelt hoe ze bij de eerste wapenkleden nog heel precies aan het zoeken waren naar de omzetting van hun CMYK-kleuren naar de juiste garens. “Wij zijn echte drukwerkdenkers. Je kunt een weefmachine misschien wel enigszins vergelijken met een drukpers, maar toch werkt het mengen van max twaalf kleuren heel anders. De uitkomst kun je van tevoren slecht voorspellen. Het hangt niet alleen af van de kleur van de draad, maar ook van de dikte, de structuur en de binding.”

Hoewel ze af en toe nog steeds naar de exacte kleur van een logo zoeken, hebben ze dat precieze bij deze nieuwe serie wat meer losgelaten. Het weefprogramma voor deze kleden is weliswaar ontwikkeld in de drukkleuren CMYK en RGB, maar daarna begon het experimenteren door verschillende combinaties van garens op de machine te zetten en veel stalen te maken. Uiteindelijk zijn HOME en WAIT FOR IT als dubbeldoek geweven in een satijnbinding, omdat je daarmee de meest volle kleuren krijgt. En een mooie achterkant. Muis: “Die achterkanten zijn al helemaal onvoorspelbaar. Maar dat maakt ze misschien nog wel mooier dan de voorkant.”

Klootviolen is tot 30 juni te zien in de Kunsthal

“Je kunt een weefmachine misschien wel enigszins vergelijken met een drukpers”

– Rens Muis (75B)