Het is gelukt: de jacquardmachine van 170 cm breed heeft een nieuwe ketting – van aluminium. Met deze primeur in de weefindustrie zet het labteam een nieuwe stap in het R&D-programma ‘weven met metaal’. Deze maand is de aangepaste machine aan het proefdraaien.
Zijn opa stond werkte veertig jaar lang op de plek waar nu de Sample Studio zit, in de textielfabriek van Mommers&co. Frans Verbunt erfde zijn naam en in zekere zin ook zijn baan. Achttien jaar geleden ging hij als grafisch printer in het TextielLab aan de slag; sinds een jaar of zes is hij er, conform de familietraditie, wever. Gevraagd naar de highlights uit die tijd noemt hij de gigantische gordijnen voor Qatar en de LocHal, het scheren van de ketting voor Máxima’s koningsdagcape en het inwijden van de nieuwe ‘Nummer 4’, de jacquardweefmachine van 353 centimeter breed, met het collectiestuk van Otobong Nkanga. Maar nog niets was zo innovatief als het project waar Verbunt net de laatste hand aan gelegd heeft: het aanknopen van een aluminium ketting op de Dornier 170. “Voor zover wij weten is dat nog nooit eerder gedaan op een jacquardmachine.”
Aanknoopmachine
Hiermee is een nieuwe fase aangebroken in het R&D-programma waar het TextielLab al twee jaar in samenwerking met DRIFT mee bezig is. Na de veelbelovende aluminium stalen die productontwikkelaar Judith Peskens op de semi-industriële TC2 weefmachine maakte, wordt er nu opgeschaald naar de computergestuurde Dornier-machine van 170 centimeter breed. Het aanknoopproces was een experiment op zich. De weefmachine krijgt normaliter ook iedere maand wel een nieuwe ketting – omdat de kettingboom leeg is of omdat er wordt gewisseld tussen katoen, Trevira CS of polyester monofilament. Maar dat gebeurt machinaal. Verbunt tovert een kostbare aanknoopmachine uit een kist, dat dat karwei in ongeveer een dag klaart.
De wevers bij het aanknoopproces van de aluminium ketting. Foto: Josefina Eikenaar
Met de hand
Maar de aanknoopmachine kon de knoopjes van metaal niet aan. De uitdaging bij de wisseling van de ketting van Trevira CS naar aluminium was dat het met de hand moest gebeuren: 6120 kettingdraden zelf aanknopen en inrijgen kost tijd, en al helemaal als het een draad is die gaat krullen en knakken als je hem niet goed invoert en straktrekt. Verbunt is er samen met collega-wevers Alonso Muenala en Michel Leermakers een aantal weken intensief mee bezig geweest: “We deden ongeveer 1 cm per uur.”
“Voor zover wij weten is dit nog nooit eerder gedaan.”
Frans Verbunt
Sterkere veren
Er ging meer aan het aanknoopproces vooraf, vertelt Gerard Kuijpers, manager techniek en uitvoering: de jacquardweefmachine is technisch aangepast om niet vast te lopen op de aluminium ketting. Vanwege de stijfheid van het materiaal waren er ook 6120 nieuwe, sterkere veren nodig om elke kettingdraad afzonderlijk van de rest naar beneden te kunnen trekken. Ook het tempo waarin de machine normaliter weeft is omlaag gebracht om risico’s te vermijden.
De eerste metalen stalen worden deze maand gemaakt. Foto’s: Josefina Eikenaar
Nieuwe stalen
Deze maand gaat het team de eerste stalen maken onder leiding van productontwikkelaar Judith Peskens. Er worden bestaande ontwerpen getest met een inslag van conventionele garens, maar ook met een inslag van metaaldraad. De wevers zijn niet bang dat het misgaat met de machine, dat zit wel goed zeggen ze. “We zijn vooral benieuwd naar de stijfheid van de stalen die eraf gaan komen, omdat we met meer schot per centimeter kunnen gaan weven. De wens is om een constructie te kunnen maken met dit materiaal, het is spannend om te zien of dat lukt: we staan er de komende tijd met onze neus bovenop.”
Tekst: Willemijn de Jonge