Hoe haal je meer uit de machines in de textielindustrie? Ontwerperscollectief Envisions en het TextielLab gingen samen het experiment aan om de makersindustrie op nieuwe ideeën te brengen. Hun Archief van de Toekomst doet suggesties voor innovaties in de productielijnen.
“We droomden er altijd al van om het TextielLab en hun technische experts eens helemaal voor onszelf te hebben,” zegt Sanne Schuurman, artdirector en oprichter van ontwerperscollectief Envisions. De 22 multidisciplinaire ‘envisionaires’ die hierbij zijn aangesloten onderzoeken de innovatiemogelijkheden binnen bestaande productieprocessen van de industrie; daarbij leggen ze de focus niet op het eindproduct maar op het proces. Samen met het TextielLab ontwikkelden ze het Archief van de Toekomst, dat nu te zien is op de tentoonstelling Makersgeheimen.
Meer uit machines halen
Vier co-creatieve teams, gevormd door een ontwerper van Envisions en een productontwikkelaar van het TextielLab, kregen de vrije hand voor onderzoek en experiment en de tijd en ruimte om hun eigen en elkaars fascinaties te verkennen. Daarbij putten zij uit het museumarchief, de Sample Studio en de kennis van conservatoren, curatoren en technische experts in het lab. Het doel: nieuwe technieken ontwikkelen met oude ambachten. “De maakindustrie, die heel erg op consumenten gericht is, produceert wat mensen kennen en wat past binnen de vaste productielijnen,” zegt Schuurman. Het co-creatieproject met het TextielLab toont aan dat de grenzen van machines zijn op te rekken als je daar de tijd voor neemt. Dat betekent dat de industrie meer kan met wat ze al in huis hebben. “De kracht van ontwerpers om dat visueel te maken is een belangrijke sleutel in dit project,” aldus Schuurman. “Door innovatie op een toegankelijke manier te verbeelden, het aangepaste proces letterlijk te laten zien, kunnen we sneller stappen zetten met elkaar.”
Foto: Tommy de Lange
“Door innovatie op een toegankelijke manier te verbeelden, het aangepaste proces letterlijk te laten zien, kunnen we sneller stappen zetten met elkaar.”
Textiele bouwstenen
Het Archief van de Toekomst deelt de uitkomsten van het onderzoek met iedereen die daarin geïnteresseerd is. Op de expo is een selectie van het werk te zien: nieuwe combinaties van technische functionaliteiten en esthetische waarde. De stalen laten zien dat er nog veel meer met textiel kan op dit gebied. Het zijn geen kant-en-klare producten, maar proeven van ideeën waarmee andere makers nog alle kanten op kunnen. Tot de verbeelding sprekende breisels die zichzelf door een variatie in materiaal en breisteken krommen en vouwen tot een ruimtelijk object. Weefsels die door een ingenieus bindingspatroon in grillige 3D-structuren veranderen. Sierlijk geborduurde grids die een stroomnetwerk kunnen omsluiten. En gevlochten constructieve verbindingen waar geen lijm of schroeven aan te pas komen.
Stoffig imago
Dat laatste technische hoogstandje is op de honderd jaar oude rondvlechtmachine op de passementafdeling gemaakt. Productontwikkelaar Veva van der Wolf kreeg het met ontwerper Tijs Gilde voor elkaar. “Op deze manier samenwerken is iets heel anders dan voor iemand werken,” zegt Van der Wolf. “Tijs raakte bij een eerder project in het lab al geboeid door de vlechtmachine en we vroegen ons af wat er nog meer mee zou kunnen. Koordvlechten is een heel oude, klassieke techniek met een vrij stoffig imago. Ik wil het graag op hedendaagse manier op de kaart zetten. Met zo’n oude machine een vernieuwend product maken om de industrie te inspireren.” Het traject startte met een technisch onderzoek, met eerder gemaakte stalen door Van der Wolf zelf, maar ze lieten zich ook inspireren door werk uit de museumcollectie. Onder andere door de koordvlechtproeven die Bart Hess maakte op dezelfde machine voor zijn bewegende werk STIMULUS: Cord Reflexes, dat ook in de tentoonstelling te zien is. Zo wordt getoond hoe het ene idee kan uitgroeien tot iets nieuws.
Veva van der Wolf & Tijs Gilde werken samen aan de rondvlechtmachine, foto: Tommy de Lange
Krukje
“Tot nu toe was ik bij passement meestal heel decoratief bezig,” zegt Van der Wolf, “nu werd het ineens ook constructief. We hebben passement gebruikt om een dragende verbinding mee te maken.” Ze gingen de uitdaging aan om – in plaats van een traditionele veter of gordijnkoord – hout te omvlechten. “Om die balkjes in de machine te krijgen, moesten we machineonderdelen demonteren.” De volgende stap was die balkjes aan elkaar te verbinden met het vlechtwerk, op zo’n manier dat het stevig genoeg werd voor een meubelstuk en het hout er niet doorheen te zien zou zijn. En dan moest er ook nog een aantrekkelijk dessin in het vlechtwerk komen. Door de klossen tijdens het vlechten handmatig te sturen, lukte het een changeant-effect te creëren. De tussentijdse proeven worden opgenomen in het werkarchief van het TextielLab, om als input te dienen voor de volgende makers die daar met de mensen en machines aan de slag gaan. Het meest uitgewerkte resultaat, de aanzet tot een krukje, is te zien op het podium van Makersgeheimen.
Opschalen
De ontwikkeling gaat ondertussen gewoon door; Gilde denkt nu aan een stoel en een kast weet Schuurman. Zodra het kan, gaat zij de stalen uit het Archief van de Toekomst meenemen naar hun netwerk. “Misschien gaat Stoll hun machines wel aanpassen als ze zien wat mogelijk is. Maar ook voor het lab van Borre Akkersdijk kan er interessante input bij zitten.” Wat ook nog op de agenda staat is een symposium voor professionals uit de textielindustrie. “Deze proeven zijn onze eindproducten; we willen graag dat de industrie de opschaling naar concrete toepassingen oppakt.”