De Deense modeontwerper Henrik Vibskov deed mee aan het R&D-programma vormbreien en ontwierp de installatie Observation of Humans. Het werk is van tot 30 maart in het TextielMuseum te zien op de expositie ‘SHAPE-body, fashion, identity’.
“Ik had nog nooit van het TextielLab gehoord,” zegt Henrik Vibskov. “Maar in mijn studio in Kopenhagen werken drie ontwerpers die de Design Academy Eindhoven hebben gedaan, die zeiden dat ik deze kans niet voorbij moest laten gaan.” De Deense modeontwerper en artiest is een van de drie kunstenaars die uitgenodigd werden voor het R&D-programma vormbreien. De vraag aan hen was om samen met de productontwikkelaars in het TextielLab de grenzen van de breitechniek en de machines te verleggen. En om gedurende dat traject tot een volumineus ‘body-related’ kunstwerk te komen voor de tentoonstelling SHAPE – body, fashion, identity.
Imperfecties
SHAPE werdt op 16 november in het TextielMuseum geopend. Toen is ook de installatie die Vibskov samen met productontwikkelaar Mathilde Vandenbussche ontwikkelde voor het eerst aan het publiek getoond. Vibskov is tijdens het schrijven van dit artikel met zijn team in Kopenhagen bezig met de assemblage; het breiwerk werd in Tilburg gedaan door het labteam. Dat breide onder leiding van Vandenbussche bijna 150 meter aan geel-blauw geblokte tubes, die Vibskov nu aan het vermenselijken is. Ze worden opgeblazen, krijgen rondingen, ledematen en imperfecties. Het moet namelijk niet te perfect worden, zegt Vibskov: “Ik wil de bezoekers van de tentoonstelling laten ervaren dat we allemaal anders zijn, maar toch deel uitmaken van dezelfde groep.”
Foto: Patty van den Elshout.
Schaakbordpatroon
Het veertigdaagse R&D-traject dat tot de verzameling heeft geleid, begon met een moodboard en een hele reeks experimenten. Vibskov en Vandenbussche verkenden het thema – de maakbaarheid van het lichaam en de creatie van identiteit – door uitvoerig te experimenteren met vormen, materialen, kleuren en patronen. “Patronen, het grafische onderdeel van mode, zijn heel belangrijk voor je identiteit, daarmee kun je je onderscheiden,” aldus Vibskov. Na het uitproberen van allerlei
organische patronen keerde hij terug naar een van de eerste stalen, met een strak geblokt geometrisch patroon gebreid met lange flotteringen. “Het was een proces van maken, reflecteren, veranderen en opnieuw veranderen.”
Gerecycled monofilament
Gaandeweg werd gekozen voor de ontwikkeling van een gelaagd en beweeglijk breisel dat speelt met transparantie en flexibiliteit. De keuze viel op een gedurfde combinatie van monofilament, elastaan, fluolurex en viscose, in de meest duurzame varianten. Zo is het het monofilament, dat een transparante bovenlaag vormt, gemaakt van gerecyclede PET-flessen. De eerste uitdaging voor de garenexpert van het lab was om dat te vinden op de juiste konen voor de rondbreimachine. Het Belgische bedrijf Luxilon, dat snaren voor tennisrackets produceert, maakte het garen uiteindelijk speciaal voor dit project. Vervolgens stelde de combinatie van het gladde monofilament en het rekbare elastiek de breiers voor een nieuwe uitdaging. “Dit zijn allebei extreme materialen,” zegt Mathilde Vandenbussche. “Voor elastiek moet de spanning heel hoog zijn, maar monofilament breekt juist met te veel spanning. Bovendien is die draad bijna onzichtbaar, waardoor je foutjes in eerste instantie niet ziet. En het is extreem glad, wat weer andere problemen met zich meebrengt. Breien met monofilament in zo’n grote oplage is tricky.”
Foto: Patty van den Elshout.
Groepsobservatie
Om de tubes in één stuk van de rondbreimachine te laten komen, moest Vandenbussche tot wel zes verschillende programma’s zien te stapelen. Met Vibskov als artdirector op afstand, werden 25 tubes gebreid in drie varianten. Ondertussen ontfermde productontwikkelaar Sarena Huizinga zich op de vlakbreimachine over de ledematen: een soort armpjes of tentakels die aan de opgevulde volumes worden bevestigd. Ook de armpjes zijn uit één stuk gebreid, tot de vingertjes aan toe. Die kregen met een speciale manier van meerderen en minderen een bijzondere vorm, met wat grotere topjes of zuignapjes aan het eind. Door het breiwerk op de machine te roteren, lukte het de vingers te laten verspringen ten opzichte van elkaar.
Nog eens zes zitzakken in dezelfde stijl maken de installatie af. Bezoekers kunnen hierop plaatsnemen om de populatie straks van onderaf te observeren en het geheel liggend op zich te laten inwerken. Het wordt een wonderlijk landschap waar het publiek ook deel van gaat uitmaken, voorspelt Vibskov: “We hebben in het maakproces best geworsteld met het thema, er waren zoveel invalshoeken. In dit landschap komen heel veel gedachtes samen.”
Tekst: Willemijn de Jonge