Beursbezoek

Magische machines

Bezoek aan technische beurzen zoals het toonaangevende ITMA hebben altijd een duidelijk doel: het aanschaffen van nieuwe machines, het verkennen van innovaties en het ontdekken van technieken die waardevol kunnen zijn voor het TextielLab. Dit jaar lag de nadruk op efficiëntie, met als doel het optimaliseren en mogelijk uitbreiden van het machinepark.

Sinds 1995 is Gerard Kuijpers manager Techniek & Uitvoering bij het TextielLab, dit jaar markeerde zijn zevende bezoek aan ITMA. Samen met Marjan van Oeffelt, productontwikkelaar weven, bezocht Kuijpers onder andere hun vaste leveranciers. Voor Van Oeffelt was dit haar tweede bezoek aan ITMA. Ze werd overweldigd door de omvang en diversiteit van de machines: Je hebt niet in de gaten dat textiel wereldwijd nog zo groot is”. Opvallend is het gelijktijdig opstarten van alle machines op de beurs, wat een oorverdovend kabaal veroorzaakt.

Van Oeffelt en Kuijpers stonden aan de wieg van de ontwikkeling van het machinepark. Bij Kuijpers’ aantreden in 1995 was er nog geen enkele computergestuurde machine te vinden in het lab. Van Oeffelt herinnert zich de begintijd: “Toen ik in 2008 begon bij het TextielLab hadden we slechts 2 machines met 8 garens. Nu hebben we vier van deze machines met twaalf garens. We blijven onze machines upgraden om het beste uit de machines te kunnen halen.”

Gerard Kuijpers pleegt onderhoud aan de stoommachine, 1998. Foto via Gerard Kuijpers

Thuiskomen bij leveranciers

Vier jaar geleden werd de Dornier-machine aangeschaft, deze leverancier is al meer dan 20 jaar een belangrijke partner voor het TextielLab. Een bezoek aan hun stand op ITMA voelde voor Kuijpers en Van Oeffelt als thuiskomen, vooral omdat de stand was ingericht met het laatste werk van Otobong: “Dat is super uniek, want alle bezoekers van ITMA zien dan tevens het TextielLab”, benadrukt Kuijpers.

De nauwe samenwerking met leveranciers is een cruciaal onderdeel van het succes van het TextielLab. Dit maakt het mogelijk om nieuwe materialen en technieken te testen op het machinepark. Kuijpers benadrukt het belang van deze band en hoe het wederzijds delen van kennis het TextielLab in staat stelt om voorop te blijven lopen: “Alles wat we testen op onze machines, wordt in de reguliere textielindustrie niet gedaan. Voor ons is elke meter stof anders. Regelmatig testen we met ongebruikelijke materialen, vreemde garens of andere kettingen. Dit delen we met leveranciers, en als we op problemen stuiten, staan zij op hun beurt klaar om ons te helpen bij het vinden van oplossingen.” Van Oeffelt vertelt hierbij dat leveranciers vaak in staat zijn om softwareaanpassingen te doen om aan specifieke behoeften van het TextielLab te voldoen.

Bij de stand van Dornier was het laatste werk van Otobong te zien. Foto: Yani Chuang

Nieuwe ontdekkingen

Tijdens ITMA ontdekten Kuijpers en Van Oeffelt verschillende innovaties die goed bij het TextielLab zouden passen. Een opvallende ontwikkeling was de Smartcreel-technologie voor kettinggaren, waarmee efficiënter gewerkt kan worden en snel van kettingkleur kan worden gewisseld zonder het gedoe van grote hoeveelheden klossen. Een andere interessante ontdekking was een machine die in staat was om rond te weven, waarbij ter plekke een bigbag van stof werd geproduceerd.

Links: de smartcreel-technologie voor kettinggaren. Rechts: de rondweefmachine tijdens ITMA. Foto’s: Yani Chuang

Kleine aanpassingen, grote verschillen

Vaak zijn het de kleine aanpassingen die al een verschil maken, een machine op de breiafdeling wordt bijvoorbeeld uitgerust met een nieuwe digitale instelknop en het oliesysteem wordt geoptimaliseerd met het oog op duurzaamheid. Deze aanpassingen nemen Kuijpers en zijn team mee terug naar het lab, waar ze zelf de mechanische aanpassingen doen. Kuijpers benoemt het belang van het vastleggen van deze kennis, hoewel dit een grote uitdaging kan zijn: “We zijn en blijven technici en werken met onze handen. Het vastleggen van kennis op papier is een heel ander verhaal maar wel cruciaal om onze ervaring en kunde door te geven aan de volgende generatie.”

Zelf heeft Kuijpers nog één ding op zijn wensenlijstje staan: de kaardmachine die momenteel in het depot staat, nieuw leven inblazen en in gebruik nemen in het TextielMuseum vóór zijn pensionering. Ook het TextielLab staat niet stil, later dit jaar zal een nieuwe stoomtafel worden geïntroduceerd, wat de kwaliteit en uitstraling van breiwerken aanzienlijk zal verbeteren. Daarnaast zal de vlakbreimachine STOLL CMS 830 ki S knit & wear E7.2 in december geplaatst worden, wat nieuwe mogelijkheden biedt voor zowel makers als researchopdrachten.

Tekst: Pippi Dijkstra