TEXTILE NOW

Sensueel kussenparadijs

Voor de collectie van het TextielMuseum ontwierpen melanie bonajo en Théo Demans een kleurrijk kussenlandschap om je aan over te geven. Dat ze nog nooit gebreid hadden, was geen obstakel: productontwikkelaar Sarena Huizinga vertaalde hun schetsen in een reeks grillige 3D-breiwerken die tot de verbeelding spreken. 

De zomer wordt dit jaar ingeluid met de expositie Textile now – elke draad een verhaal’, die de steeds prominentere positie van textiel binnen de beeldende kunst laat zien. Het opdrachtenprogramma van het TextielMuseum draagt daaraan bij door talentvolle kunstenaars kennis te laten maken met dit medium. Textile now toont onder meer de resultaten van vijf collectieopdrachten, die met steun van het Mondriaan Fonds in het TextielLab uitgroeiden tot bijzondere kunstwerken. Ze reageren op actuele themas als identiteit, diversiteit, seksualiteit, gender, milieu en dekolonisatie, en zijn gemaakt met innovatieve technieken. “Over een paar maanden presenteert deze expositie de crème de la crème van alles wat er mogelijk is in het lab,” zegt labhoofd Hebe Verstappen. “We trekken in dit programma heel veel uit de kast om makers te laten groeien.  

Reizen door een bloem 

Een van die makers is kunstenaar melanie bonajo, die het concept ontwikkelde voor een sensueel kussenlandschap dat over intimiteit en aanraking gaat. “Stel je voor dat je door een bloem kunt reizen,” zegt bonajo. “Ik wilde een geseksualiseerde, zoete, kleurrijke en veilige ruimte creëren.” In nauw overleg met bonajo en productontwikkelaar Sarena Huizinga ging productonwerper Théo Demans voor deze collectieopdracht aan de slag in het TextielLab. Tot nu toe werd in de installaties van bonajo gewerkt met bestaand textiel. Het ontwikkelen van vormen op de breimachine, wat hun in het lab aangeraden werd toen ze hun ideeën presenteerden, was een nieuwe stap. “Het is voor ons helemaal geen probleem als je nog nooit iets hebt gebreid,” zegt Huizinga. “Als je weet wat je voor ogen hebt, kan ik de vertaalslag naar een breiwerk voor je maken. Het voordeel van breien ten opzichte van weven is dat je niet vastzit aan een rechte lap. Je kunt de stof meteen al in de gewenste vorm van de machine krijgen.” 

Sarena Huizinga, melanie bonajo en Théo Demans bij de vlakbreimachine. Foto Tommy de Lange 

“Het is geen probleem als je nog nooit iets gebreid hebt” 

Krabbels 

Zo werden voor deze collectieopdracht twaalf wollen kussenhoezen in verschillende vormen op de vlakbreimachine ontwikkeld. Huizinga: “Toen melanie en Théo met tekeningen en krabbels bij mij kwamen, hebben we eerst samen uitgezocht welke vormen een goede match waren met de machine. De begintekeningen, waarbij alles uit één stuk zou moeten worden gemaakt, waren wat te complex om binnen de beschikbare tijd te realiseren. We zijn toen verder gegaan met vier basisvormen: een ballenketting, een donut, een aardappelvorm en een soort kies met wortels eraan. Daar hebben we vervolgens allerlei variaties op gemaakt. Deze vormen zijn inclusief alle spikkels en nippels in één stuk van de machine gekomen. Er is achteraf niets aan afgewerkt, anders dan het vullen en kleuren door de kunstenaars zelf.” 

Krimpen en vervilten 

Er is veel met materiaal en techniek geëxperimenteerd voordat de uiteindelijke keuzes konden worden gemaakt. Het ging namelijk niet alleen om het breien van verschillende 3D-vormen; het breisel moest ook de juiste dichtheid krijgen om stevig gevuld te kunnen worden en in vorm te blijven. Ook de gevoelswaarde was belangrijk, voor ‘knuffelkussens’ als deze is zachtheid een vereiste. Door het losse breiwerk met zeep te wassen op 40 graden, kromp en verviltte het tegelijk, waardoor de ‘open’ structuur zich sloot en er een stevig maar zacht laagje ontstond. Huizinga was zelf ook al bezig met het maken van kussenhoezen met deze techniek; de kennis die zij daarbij had opgedaan kon zij inzetten voor dit project. Omdat het ene materiaal meer krimpt dan het andere, was het wel zoeken naar de wol met de juiste eigenschappen. Mohair werd bijvoorbeeld een grote klit in de wasmachine, dat kwam er helemaal verkleefd uit. Na verschillende testen kwamen ze uit op 100 procent Merinowol, een materiaal waarin alle vormen en uitsteeksels mooi van de machine kwamen en dat zich goed liet vervilten. 

Sarena Huizinga en Théo Demans bekijken de proeven. Foto Tommy de Lange 

Workshops 

Omdat het inbreien van kleurpatronen in 3D-vormen beperkingen kent, besloot het team de hoezen van witte Merino te maken, als een canvas om vrijelijk te kunnen beschilderen. Met verschillende spuit- en verftechnieken voegden bonajo en Démans hun eigen kleurrijke handtekening toe. Het resultaat, dat de poëtische titel ‘Piles of Oxytocin Shapes Dreams Under Skin’ draagt, wordt in juni voor het eerst aan het publiek getoond: twaalf fel gekleurde metersgrote kussens, die verwantschap tonen met exotische planten maar ook met voortplantingsorganen. En het is geen kunst om alleen maar naar te kijken: dit is een kussenparadijs om je aan over te geven en in te verzinken terwijl je naar interviews over intimiteit luistert. Wie zelf met die intimiteit aan de slag wil, kan zich straks aanmelden voor een van de workshops die bonajo ten tijde van de expositie geeft. Bonajo: “Daarin kun je uitvinden waar je grenzen en behoeftes rondom aanraken liggen en hoe je die het beste kunt communiceren. We gaan samen onderzoeken hoe een ja en een nee aanvoelt in je lichaam”.