Advanced Textile Program

ATP toont maakkracht van teamwork

Begin december zijn de eerste resultaten van het Advanced Textile Program gepresenteerd. Acht jonge ontwerpers lieten zien waartoe het machinepark en de mensen in en rondom het TextielLab hen geïnspireerd hebben. In het voorjaar wordt hun werk in het museum tentoongesteld.

Het Advanced Textile Program biedt kunstenaars en ontwerpers aan het begin van hun carrière de unieke kans om in het TextielLab te experimenten met technieken, materialen en machines. In dit talentontwikkelingstraject van tien weken krijgen zij toegang tot alle faciliteiten van het museum, waaronder een twee weken durende werkperiode in het lab. De vlakbreimachine, rondbreimachine en verschillende weefmachines staan in die twee weken tot hun beschikking, evenals de productontwikkelaars met al hun kennis. Als je dan ook nog kunstenaar Otobong Nkanga en Kvadrat-kopstukken Stine Find Osther en Nina Lolle naast je hebt staan om je te coachen, levert dat indrukwekkende uitkomsten op, zo blijkt uit de eindpresentatie van 6 december.

Experimenteren met verschillende materialen en technieken. Foto: Patty van den Elshout

Mentorschap

“Het was bijzonder de reis van deze creatieve geesten te volgen,” vertelt Otobong Nkanga. Zij doet voor het tweede jaar als mentor mee aan het programma, dat haar naar eigen zeggen een mooie blik op de toekomst biedt via een nieuwe generatie makers. Zelf heeft zij een lange geschiedenis met het TextielLab: ze weet hoe je als kunstenaar het lab, de bibliotheek en de museumcollectie kunt inzetten voor het creëren van uniek werk. Vanuit die professionele ervaring en haar ijzersterke conceptuele visie ondersteunt en inspireert zij de deelnemers bij hun traject.

 

Samenwerken

“Die inspiratie was geheel wederzijds,” zegt Nkanga terugblikkend op de afgelopen periode in het lab. “Het niveau van experimenteren was hoog, het is fantastisch om te zien hoe deze acht ontwerpers denken en wat ze daarmee doen. Daar leer ik op mijn beurt ook weer van.” Als mentor probeert ze de deelnemers te helpen een extra stap te zetten door ze verschillende perspectieven te laten zien op het conceptuele vlak en de inhoudelijke discussie aan te zwengelen. Ze helpt hen niet alleen bij het creatieve proces van kiezen van materialen en kleuren, maar ook bij de praktische organisatie van het werkproces. Daarbij lag in deze editie de nadruk op samenwerking, zowel onderling als met de productontwikkelaars en partners uit de industrie. “Het is zeer waardevol om te leren samenwerken,” zegt Nkanga. “Soms moet je een beetje van jezelf inleveren om te kunnen groeien. Op de raakvlakken tussen creatieve processen ontstaat vernieuwing.”

Samenwerken met Otobong Nkanga in de Sample Studio. Foto: Patty van den Elshout

Pressure cooker

In de online presentatie laten de ATP-ers zien waar die uitwisseling van ideeën, kennis en ervaring toe kan leiden. De slides en video’s tonen weliswaar slechts een fractie van hun werk, maar schetsen wel een goed beeld van de enorme maakkracht die hier in een soort pressurecooker is ontstaan. Opvallend zijn de gemene delers op het gebied van sculpturaal denken en het spelen met de balans tussen handwerk en machinewerk. Veel deelnemers werkten hier voor het eerst op industriële machines. De overgang van de kleinere handmatig bediende machines in hun eigen studio’s naar het professionele machinepark in het TextielLab heeft verschillende makers geïnspireerd tot het verkennen van het spanningsveld daartussen.

“Het is fantastisch om te zien hoe deze acht ontwerpers denken en wat ze daarmee doen.”

Otobong Nkanga

Hand in machine

Zo stak ontwerper Ida-Simone Brerup letterlijk haar hand in de machine als interventie in het machinale proces. “Ik kreeg de onbedwingbare neiging om die snelheid te onderbreken met handmatige ingrepen,” vertelt Brerup, die daarmee de massaproductie waar deze machines toe in staat zijn wil bevragen. In haar video is te zien hoe ze stukken polyether foam met een tangetje tussen de tanden van de stilgezette vlakbreimachine stopt. Dat wordt – tot opluchting van de ontwerper én de productontwikkelaar – keurig ingebreid. Ze schreven samen een programma dat om de vijf rijen pauzeert en die ene rij met foam vervolgens extra langzaam breit. Brerup beschrijft hoe het een nieuwe ervaring was om als maker de controle deels over te moeten geven aan de machine en de productontwikkelaar. “De samenwerking met de productontwikkelaars was voor mij de grootste verrassing in het lab. De kennis die zij hebben is ongelofelijk, ik ben totaal gefascineerd geraakt door hoe zij de vertaling maken van kunstenaar naar computer en machine.”

Ontwerper Ida-Simone Brerup in het lab. Foto: Patty van den Elshout / Gebreide en geweven stalen van Brerup. Foto: Patty van den Elshout

Expositie in april

Alle deelnemers benadrukken in hun presentatie dat het nog ‘work in progress’ is, ze gaan er de komende tijd alle acht mee door in hun eigen studio’s. Nkanga geeft ze nog mee dat het goed is om na deze intensieve periode in het lab met wat afstand naar hun bevindingen te kijken om de volgende stap te bepalen. Wat dat oplevert, zal in het voorjaar te zien zijn op de expositie het TextielMuseum.

Tekst: Willemijn de Jonge