Physis

Kunst op de campus

“Ik ben fan van het TextielLab”, zegt Wim van de Donk, rector magnificus van Tilburg University. Zijn oproep aan Brabantse stakeholders bij zijn afscheid als commissaris van de Koning leidde tot een droomopdracht voor Fransje Gimbrère: een textiel kunstwerk voor op de universiteitscampus.

De entree van het Koopmansgebouw van Tilburg University is dit universitaire jaar aangekleder begonnen dan voorheen: sinds eind augustus doorbreekt een serie textiele kunstwerken hier de sobere teneur van strakke rechthoeken van glas, beton en natuursteen. Physis 1, 2 en 3 zijn weliswaar ook in die vorm van de weefmachine gekomen, maar laten hier nu de veelzijdigheid van 3D-geweven constructies zien. Langs het plafond van de grote hal golven en krullen semi-transparante weefsels van monofilament en oranje linnen. Het gelaagde grid van losse draden speelt met het licht en met de verbeelding: het ‘netwerk’ draait, vervormt, verdicht en splitst zich – soms in wel zestien lagen. Voor wie dat laatste van dichtbij wil bekijken, hangen er drie delen op ooghoogte aan de muur.

“Dit is niet zomaar een wandkleed, maar een statement.”

Wim van de Donk

Warme verbeeldingskracht

Met dit kunstwerk wilde Fransje Gimbrère een sfeerbepalende ingreep in de ruimte doen, om studenten uit te nodigen er wat langer te blijven hangen. Ze vertelt hoe ze de natuur aan de andere kant van al dat glas binnen wilde laten doorgroeien. “Het mooie is dat het er met het veranderen van het licht gedurende de dag, maar ook met het verstrijken van de seizoenen steeds anders uitziet,” zegt Gimbrère. Opdrachtgever Wim van de Donk, rector magnificus van Tilburg University, kijkt uit naar alle invalshoeken die nog komen gaan: “Deze kunst is hier nog lang niet uitgewerkt.” Bij zijn afscheid als commissaris van de Koning riep hij de Brabantse bedrijven en stakeholders op om in plaats van cadeaus een bedrag te doneren voor een opdracht aan een jonge Brabantse kunstenaar. Dat dit uiteindelijk een textiel kunstwerk voor dit universiteitsgebouw werd, wist hij toen nog niet. Maar dat heeft het kringetje wel mooi rond gemaakt. “De wetenschap en de kunsten zijn nauw met elkaar verbonden,” zegt hij. “Beide vragen om creativiteit en nieuwsgierigheid. En het Koopmansgebouw kon wel wat warme verbeeldingskracht gebruiken.”

Physis van Fransje Gimbrère in de hal van het Koopmansgebouw. Foto: Patty van den Elshout

Hacking textile

In een tijd dat er flink bezuinigd werd op kunst en cultuur, vroeg hij het TextielLab om een aantal kandidaten voor te dragen. De pitch van Fransje Gimbrère, sprak Van de Donk aan vanwege de innovatieve interventies in de eeuwenoude traditie van textielstad Tilburg. ‘Hacking textile’, noemt Gimbrère haar aanpak van dit ambacht vanuit een hightech perspectief. “Ik zoek naar nieuwe waarde in bestaande technieken en ambachten.” Ze is al langer bezig een 3D-weeftechniek te ontwikkelen op de bestaande industriële machines van het TextielLab. Die interesse voor 3D komt voort uit de wens om ruimtelijke, op zichzelf staande objecten te maken die impact hebben op de ruimte. Driedimensionaal weven deed ze eerst – conform de traditie – met de hand: voor de raadzaal van het Tilburgse stadhuis maakte ze zo het werk Cirrus. Voor datzelfde stadhuis stapte ze over naar een machinaal weefproces met hulp van het TextielLab, waar in drie ontwikkeldagen de transparante scheidingswand Linum ontstond. Deze nieuwe opdracht voor Tilburg University bood Gimbrère de kans haar onderzoek naar machinaal 3D-weven grondig te verdiepen.

“Ik wil de definitie van textiel oprekken.”

Wim van de Donk

Carte blanche

“Kunst moet de ruimte krijgen om zich te vernieuwen en ontwikkelen,” aldus Van de Donk. Gimbrère kreeg carte blanche wat betreft ontwerp en uitvoering. Verspreid over een jaar kon ze vijftien ontwikkeldagen in het TextielLab besteden aan dit open onderzoeksproject. Samen met productontwikkelaar Judith Peskens experimenteerde ze uitvoering met bindingen en materialen, om te zien wat die met elkaar doen. De keuze voor het eindwerk viel op een ketting van polyester monofilament en een zuiver linnen inslag met een eigen variant op een satijnbinding – om het 3D-effect te versterken. “Omdat beide garens wat stugger zijn, trotseert dit materiaal de zwaartekracht beter,” licht Gimbrère toe. “De lagen gaan hierdoor al wat meer uit elkaar staan en de draden zoeken hun eigen weg, met mooie bochten en golven.”

Fransje Gimbrère en productontwikkelaar Judith Peskens in het Textiellab. Foto’s: Patty van den Elshout

Kleine kennisbank

Ze zochten naar de balans tussen vasthouden en loslaten, speelden met de spanningsverschillen tussen weven en niet weven en overwonnen problemen op het gebied van opschalen van kleine samples naar grote lappen. Daarbij liet Gimbrère zich leiden door de techniek en het gedrag van het materiaal. Waar sommige kunstenaars in het lab aankomen met een eindbeeld, werkte zij juist totaal andersom: “We gingen dit onderzoek aan zonder precies te weten wat eruit zou komen. Uiteindelijk heb ik alle onderdelen van het ensemble opgebouwd met dezelfde pixel of bouwsteen. Die dupliceer ik als het ware voortdurend, maar wel steeds op een andere manier.” Nu het werk op zijn plek hangt, is Gimbrère benieuwd hoe ze ernaar kijken op de campus. Voor haarzelf is het meer dan een kunstwerk, het gaat ook over het zichtbaar maken van de techniek en het maakproces: “Ik zie het ook als een soort kleine kennisbank, een proof of concept van een technische innovatie uit het TextielLab.”

Tekst: Willemijn de Jonge