Regelwerk

Van aanvraag tot werkperiode

Iedere aanvraag voor een ontwikkelproject in het TextielLab wordt – mits volledig – meegenomen in de selectieprocedure. Hoe steekt het traject van aanvraag tot werkperiode in elkaar? En hoe kun je je daarop voorbereiden?

Babette Pörtzgen, coördinator van de Front Office, ziet gemiddeld 500 aanvragen per jaar voorbijkomen. De Front Office gaat over al het regelwerk rondom ingediende en geselecteerde projecten en is het eerste aanspreekpunt voor ontwerpers die een project in het lab willen ontwikkelen. “Wij bemoeien ons niet met de creatieve inhoud, maar wel met alles daaromheen,” zegt Babette Pörtzgen. Offertes, planningen, logistiek en facturatie lopen via de Front Office. “Bij ons start en eindigt alles,” aldus Pörtzgen. “Wat hier als aanvraag binnenkomt, zien wij uiteindelijk vaak tegenover ons op de assemblageafdeling hangen, dat is heel bijzonder.”

Ieder project is anders en dat maakt het facilitaire werk eromheen uitdagend, vertelt Pörtzgen: “Omdat we geen productiehuis zijn, is het altijd passen en meten, alles is maatwerk. Je wilt niet dat een te strakke planning het creatieve proces in de weg staat, maar tegelijkertijd willen we ook zo veel mogelijk makers een kans geven. Daarom staan de machines geen dag stil.” Om optimaal gebruik te kunnen maken van alles wat het lab te bieden heeft, raadt Pörtzgen makers aan zich gedegen voor te bereiden op het ontwikkeltraject. Dit is haar lijstje van wat je kunt verwachten en wat je zelf kunt doen om eruit te halen wat erin zit.

“Bij ons start en eindigt alles.”

1. Online aanvraagformulier
Hier begint het allemaal mee. Op de website vind je de aanvraagknop rechtsboven op het scherm. Het indienen van een aanvraag is vrijblijvend, maar je wordt wel al gevraagd een keuze te maken voor een techniek, een kort ontwerpplan te schrijven en een ontwerpschets bij te voegen. Dat vergt enige voorbereiding. Wil je weven, breien, passement maken, tuften, laseren of borduren? De keuze tussen weven en breien kan nog best lastig zijn. Vink er bij twijfel eentje aan en vermeld in de omschrijving dat je niet weet welke techniek het meest geschikt is. Het creatief team kijkt dan wat het beste past. Zelf kun je in de online collectie en sample studio zoeken naar referenties. Het museum, de bibliotheek en de fysieke sample studio naast het lab zijn ook goede plekken om inspiratie op te doen voor het ontwerpplan. Vergeet tot slot niet je cv en portfolio te actualiseren en mee te sturen, die wegen ook mee in de selectie.

Modeontwerper Pol Vogels met productontwikkelaar Sarena Huizinga aan de breimachine. Foto: Patty van den Elshout.

2. Deadlines voor indiening
Voor de verschillende technieken gelden verschillende sluitingsdata voor het indienen van je aanvraag:

  • Weven & Breien: Er wordt elke maand een selectie gemaakt uit de binnengekomen aanvragen, je kunt je aanvraag op elk moment indienen. Houd er qua planning wel rekening mee dat het minstens een halfjaar duurt voordat je in het lab terechtkunt.
  • Tuften: Dien de aanvraag uiterlijk 7 november 2022 in om in de eerste helft van 2023 te kunnen tuften. De deadline voor een tuftproject in de tweede helft van het jaar is 15 mei 2023.
  • Passement: Dien de aanvraag uiterlijk 16 januari 2023 in om in de eerste helft van volgend jaar passement te kunnen maken. De deadline voor de tweede helft van het jaar is 26 juni 2023.
  • Borduren: Je kunt op elk moment een aanvraag indienen, er wordt maandelijks een selectie gemaakt.
  • Laseren: Je kunt op elk moment een aanvraag indienen, er wordt maandelijks een selectie gemaakt.

3. Selectie
Gemiddeld worden er 500 aanvragen per jaar gedaan; dat zijn er circa 200 meer dan het lab aankan. Het labteam selecteert de projecten die het beste bij de doelstellingen van het TextielLab passen. We zoeken naar verdieping op het gebied van textielontwikkeling. Er wordt geselecteerd op innovatie en artisticiteit, maar een project moet ook technisch haalbaar zijn. Daarom is het belangrijk om je concept goed te verwoorden en een ontwerpschets te laten zien in je aanvraag. Als het projectvoorstel bij ons past, word je benaderd voor een oriënterend gesprek met de productontwikkelaar van de gekozen techniek. Op basis daarvan vindt de uiteindelijke selectie plaats. Voorafgaand aan dat gesprek is het goed de volgende vragen voor te bereiden:

– Wat is het doel van de stof die je gaat ontwikkelen?
– Is het een productie in opdracht?
– Wat zijn de technische en functionele eisen waaraan het textiel moet voldoen?
– Hoeveel meter wil je maken?
– Wordt het een uniek stuk of wil je een oplage maken?
– Weet je al op welke machine je wilt werken?
– En met welke garens?
– Wil je het textiel laten afwerken op de assemblage-afdeling?
– Wat is het budget?
– Heb je subsidie aangevraagd? Waar? Welke regeling? En wanneer weet je of die toegekend wordt?
– Wat is de uiterlijke leverdatum van het eindproduct?
– Wat zijn momenten in het komende jaar waarin je niet in het lab aanwezig kunt zijn?

4. Offerte en planning
Op basis van alles wat besproken is in het oriënterend gesprek ontvang je een offerte met een planning en begroting. Houd er rekening mee dat de programmering zes maanden van te voren wordt vastgesteld. Het duurt dus minstens een halfjaar voordat je in het lab aan de slag kunt.

De begroting is een inschatting van de kosten van materiaal en manuren. Als die tijdens de ontwikkeling dreigen te worden overschreden, informeren we je hier tijdig over. In de begroting laten we zien hoeveel subsidiegeld er vanuit onze eigen subsidieverstrekkers in het project wordt geïnvesteerd.

Op het moment dat er akkoord op de offerte en planning is, maakt de Front Office alles definitief en ontvang je een aanbetalingsfactuur van 30 procent van de ingeplande ontwikkeldagen.

 

Textielkunstenaar Marcos Kueh met productontwikkelaar Marjan van Oeffelt aan de weefmachine. Foto: Patty van den Elshout.

“De machines staan geen dag stil!”

5. Kennis verzamelen en ontwerpen
Gebruik de maanden in de aanloop naar je werkperiode om je ontwerp af te maken of te verdiepen. Via collectie@textielmuseum.nl kun je een verzoek indienen om met een van de conservatoren of de bibliothecaris op zoek te gaan naar referentiemateriaal in de collectie. Bezoek het lab en de exposities in het museum. Dat alles kan waardevolle informatie en inspiratie opleveren voor je eigen ontwerp. Houd er wel rekening mee dat het ontwerp tijdens het maakproces kan veranderen. Je weet bij de ontwikkeling van een nieuwe stof van tevoren nooit precíes waar je op uitkomt. Om zoveel mogelijk uit de ontwikkeldagen in het lab zelf te halen helpt het ook om je technisch voor te bereiden, onder andere met de kennisclips die je na akkoord op de offerte en planning krijgt toegestuurd.

Meer weten over het aanvraag- of ontwikkeltraject? Neem contact op met info@textiellab.nl

Handige links

Weet waar je aan begint: in dit artikel geven productontwikkelaar weven Stef Miero en curtain designer Peter Niessen advies over het ontwikkelen van werk voor een opdrachtgever

Schatgraven in de collectie: interview met conservator Sjouk Hoitsma over de waarde van de collectie in het voorbereidingstraject voor een werkperiode.

– Kijk op textiellab.nl onder het tabblad ‘Aan de slag’ voor meer info over de werkwijze en kosten.

 

Dit artikel is onderdeel van de serie ‘Regelwerk’, een rubriek met tips & tricks voor allerlei praktische zaken rondom je artistieke werk – van subsdidie aanvragen tot je werk veilig opbergen.